Goed straatwerk begint bij de basis
Bestrating is de meest zichtbare laag in het straatwerk en wordt ook wel vaak het tapijt of de loper van de openbare ruimte genoemd. Het is dan ook niet vreemd dat bij breuk of afsplintering van elementenverharding de leverancier als eerste op het werk moet verschijnen om zijn oordeel te geven. In bijna alle gevallen kunnen dit soort klachten teruggevoerd worden op de opsluiting of de onderbouw die niet goed uitgevoerd is, of op de verkeerde keuze van materialen. Gelukkig zijn er RAW-bepalingen en Europese Normeringen om dit goed te beoordelen. In dit blog zal ik dieper ingaan op het ontwerp, aanleg en de eigenschappen van materialen vanuit de onderbouw en de bestrating.
Constructieve opbouw straatwerk
Bij het ontwerp bepaalt de verkeersbelasting de constructieve opbouw van het straatwerk. Een goede onderbouw wordt bepaald door het materiaal en de mate van verdichting. Elk materiaal heeft eigenschappen met meer of minder kans op afschuiving en verbrijzeling onder herhaalde verkeersbelastingen, maar presteert pas maximaal met de juiste verdichtingsgraad. De verdichting moet met de juiste machines gedaan worden en gecontroleerd door middel van proeven beschreven in de standaard RAW bepalingen. Bij het aftrillen is het belangrijk dat de ondergrond voldoende weerstand biedt, anders zal de fundering nooit de juiste verdichting bereiken. De stabiliteit van de ondergrond is dus een belangrijke randvoorwaarde. Als laatste mag de straatlaag niet vergeten worden. Deze is onmisbaar voor het realiseren van een vlakke vlijlaag waarin het straatwerk zich door het aftrillen zal gaan zetten. Daarbij is van het van belang dat in eerste instantie de fundering vlak afgewerkt is. Vanzelfsprekend moet ook de verdichtingsgraad van de straatlaag gecontroleerd worden.
Opsluiting straatwerk
Bestrating bestaat uit losse elementen die door het verband en de voegvulling een plaat vormen. De last van de autoband wordt via alle stenen verspreid en afgegeven aan de onderbouw en de kantopsluiting. Voor een goede spreiding is een keperverband (die schuin op de rijrichting ligt) het meest geschikt. Een goede kantopsluiting zorgt ervoor dat de stenen niet kunnen kruipen en de voegen uitlopen, waardoor de plaatwerking minder wordt. Deformatie van het straatwerk door een slechte onderbouw of kantopsluiting kunnen uiteindelijk leiden tot splintering, breuk en zelfs verbrijzeling van de straatstenen.
Keuze stenen of tegels?
Betonnen bestrating is in de Europese Normering opgedeeld naar straatstenen (NEN-EN 1338) en tegels (NEN-EN 1339). Wat bepaalt nu wat een steen of een tegel is? De normering is bepaald aan de hand van de verhouding tussen de lengte en de dikte van het bestratingselement, wat in zekere zin ook de sterkte en toepassingsgebied qua verkeersbelasting bepaalt. Als de lengte gedeeld door de dikte kleiner is dan 4, dan is dit een steen. Gaat u maar na: keiformaten, dikformaten en waalformaten voldoen aan deze definitie en kunnen ook nog eens in keperverband gelegd worden. Door de eisen die gesteld worden aan sterkte en maattolerantie kunnen “stenen” zonder meer in een rijbaan gelegd worden. Voor wat betreft spoorvorming maakt het door de tijd heen ook bijna niet uit of een steen 8 cm of 10 cm dik is zolang de onderbouw en opsluiting goed is. Uitzonderingen zijn logistieke terreinen en container terminals met zeer frequent en bijzonder zwaar verkeer, waar 12 cm de norm is.
In pleinen en andere gezichtsbepalende ruimtes die te maken krijgen met incidenteel zwaar verkeer raden wij aan een constructeur in te schakelen.
Tegels met incidentele verkeersbelastingen
Tegels zijn doorgaans bedoeld voor trottoirs en fietspaden die nauwelijks te lijden hebben van verkeersbelastingen. Toch is het goed om van te voren rekening te houden met regelmatig of incidenteel verkeer. Te denken valt aan opritten van woningen die aan het trottoir liggen en uitritconstructies. Doorgaans worden voor deze situaties uit gewoonte tegels in formaat 30x30x6 cm of 30x30x8 cm gekozen die een hogere breuklast hebben. In pleinen en andere gezichtsbepalende ruimtes die te maken krijgen met hulpdienstvoertuigen, hoogwerkers en vuilniswagens raden wij aan een constructeur in te schakelen. Ook hier speelt de onderbouw namelijk een cruciale rol. Deze moet ontworpen worden aan de hand van de te verwachten verkeersbelasting én de breuklastklasse die de leverancier voor deze specifieke tegel verklaart. De keuze van een nieuw tegelformaat kan dan een afweging zijn van malkosten en de extra kosten voor de onderbouw.
Ligt het dan toch niet aan de kwaliteit van de straatstenen?
Het kan natuurlijk gebeuren dat een deel van de productie niet onder de juiste omstandigheden verloopt. Echter hier zullen interne procescontroles weinig ruimte laten voor te veel afwijkende maattoleranties en sterktes. Niet alleen worden uit iedere productierun monsters getrokken, maar ook de toeslagmaterialen voor de betonmengsels worden streng gecontroleerd op vooraf gestelde eisen. De productie van straatstenen en trottoirtegels vindt dus plaats onder sterk geconditioneerde omstandigheden en heeft daardoor een constante kwaliteit. Daarnaast wordt ook periodiek door KIWA het proces getoetst op de Europese Normering voor het desbetreffende product.
Verhogen kwaliteit straatwerk in de breedste zin
De KOMO-beoordelingsrichtlijn BRL 9334 is ontwikkeld met als doel de kwaliteit van het straatwerk in de breedste zin te verhogen. Op basis van deze beoordelingsrichtlijn kunnen bestratingsbedrijven zich laten certificeren. Om het KOMO-procescertificaat Straatwerk te behalen moet het bedrijf aan de eisen voldoen, dat wil zeggen kwalitatief goed straatwerk leveren met goede vaklieden, aandacht voor de arbeidsomstandigheden van de medewerkers en respect voor de omgeving. Opdrachtgevers kunnen voor een aanbesteding de BRL 9334 gebruiken bij de selectie van bestratingsbedrijven.